Josepha Judica Mendels (1902–1995) was een Nederlandse schrijfster en journaliste, bekend om haar scherpe pen, vernieuwende ideeën en de moed om thema's als seksualiteit en identiteit aan te snijden. Haar werk werd sterk beïnvloed door haar Joodse achtergrond, persoonlijke ervaringen en het streven naar vrijheid, zowel in haar leven als in haar literatuur.

Josepha Mendels werd geboren op 18 juli 1902 in Groningen, als jongste van drie dochters in een orthodox-Joods gezin. Haar vader, Isidore Mendels, was leraar Nederlands, en haar moeder, Emma Levi, huisvrouw. Het gezin woonde aan de Oosterstraat 62A in Groningen. Van jongs af aan voelde Mendels zich beperkt door de strikte regels van haar milieu en verlangde ze naar een bredere horizon. Ze had een sterke afkeer van de beklemmende regels en verlangde ernaar gewoon te zijn zoals andere kinderen. Ze volgde de Middelbare Meisjesschool (MMS) in Groningen en Deventer en behaalde in 1920 haar diploma. Daarna voltooide ze in 1923 de kweekschool, maar een carrière als onderwijzeres bleek niet voor haar weggelegd. In plaats daarvan werkte ze tot 1927 als gouvernante. Vervolgens verhuisde ze naar Den Haag, waar ze directrice werd van 'Het Zwaluwnest', een avondopleiding voor arme Joodse meisjes. Hier ontmoette ze de kunstschilderes Berthe Edersheim, met wie ze later in Parijs zou samenwonen. In 1936 vertrok Mendels naar Parijs om als correspondente te werken voor Nederlandse kranten. Ze schreef onder meer voor Elseviers Weekblad, Het Parool, Nieuwe Rotterdamse Courant, Elegance en Vrij Nederland. Haar verblijf in Frankrijk werd echter abrupt onderbroken door de Tweede Wereldoorlog. Op 10 mei 1940 kreeg ze te horen dat ze niet meer onder haar eigen (Joodse) naam mocht publiceren. Ze weigerde dit, stopte met haar werk en wist met valse identiteitspapieren naar onbezet Frankrijk te vluchten.
'feminist avant la lettre'
Tijdens de oorlogsjaren verloor Mendels veel familieleden door deportatie, een ervaring die diepe sporen naliet in haar werk. In haar boek Je wist het toch... (1948) beschrijft ze haar eigen oorlogservaringen en de familie die de oorlog niet overleefd hebben. Na de oorlog keerde ze terug naar Parijs en hervatte haar journalistieke werk. In 1947 publiceerde ze Rolien en Ralien, een van de eerste Nederlandstalige romans met een expliciet lesbisch thema. Dit boek wordt beschouwd als een baanbrekend werk binnen zowel de literaire als de queer geschiedenis. In 1948 werd ze, bewust ongehuwd, moeder van een zoon. Later, vanaf 1958, woonde ze samen met Berthe Edersheim in Parijs. Haar relaties met zowel mannen als vrouwen weerspiegelen haar open houding ten opzichte van seksualiteit, een thema dat ze ook in haar werk durfde te verkennen.
In de jaren tachtig beleefde Mendels een hernieuwde belangstelling voor haar werk. Haar romans werden opnieuw uitgegeven en ze gaf interviews en lezingen. Ze werd vaak een 'feminist avant la lettre' genoemd, maar zelf hield ze afstand van dat label. Ze schreef over vrouwen die hun eigen weg zochten, maar zag zichzelf niet als ideologisch activist.
Vanaf 1992 woonde ze weer in Nederland. Op 10 september 1995 overleed ze in Eindhoven op 93-jarige leeftijd. Mendels' schrijfstijl wordt gekenmerkt door een fragmentarische opbouw, wisselende vertelperspectieven en een speelse toon. Haar hoofdpersonen vertegenwoordigen vaak de 'homo ludens', de spelende mens, die terugverlangt naar een tijd waarin lichaam en geest één waren en erotiek nog niet door seksualiteit was vervangen. Josepha Mendels blijft een belangrijke figuur in de Nederlandse literatuur. Haar werk weerspiegelt zowel haar persoonlijke strijd als de bredere maatschappelijke ontwikkelingen waarin zij zich bewoog. Haar literaire erfenis is een krachtig testament van een vrouw die haar tijd ver vooruit was.
Nieuw object in onze collectie: eerste druk Rolien en Ralien
Rolien en Ralien van Josepha Mendels is een baanbrekend werk dat vrouwelijke seksualiteit en lesbische identiteit verkent. In een tijd van strikte normen doorbreekt Mendels taboes door de emotionele en fysieke verlangens tussen haar personages te beschrijven. De subtiele verkenning van lesbische gevoelens en de fluïditeit van seksualiteit biedt een authentiek en bevrijdend perspectief, zonder deze te sensationaliseren. Het boek stelt maatschappelijke structuren ter discussie en benadrukt de kracht van persoonlijke vrijheid en zelfontplooiing.
Josepha Mendels’ Rolien en Ralien is een baanbrekend werk in de Nederlandse literatuur, niet alleen vanwege zijn literaire kwaliteiten maar ook door de vernieuwende manier waarop seksualiteit en lesbische identiteit worden verkend. In een tijd waarin traditionele opvattingen over vrouwelijkheid en relaties de norm waren, doorbrak Mendels met dit boek op gedurfde wijze de heersende taboes.

De roman belicht vrouwelijke seksualiteit en verlangen vanuit een ongekend persoonlijk en authentiek perspectief. De hoofdpersonages, Rolien en Ralien, navigeren door een wereld van emotionele en lichamelijke verlangens, waarbij zij weigeren zich te conformeren aan de beperkende verwachtingen van hun tijd. Hun zoektocht naar vrijheid, zowel emotioneel als fysiek, geeft een stem aan thema’s die in de jaren waarin het boek verscheen zelden openlijk werden besproken. Mendels’ werk gaat verder dan het beschrijven van conventionele romantische relaties: het onderzoekt ook de innerlijke strijd die gepaard gaat met het verkennen van seksuele identiteit, inclusief de impliciete thema’s van lesbische liefde en aantrekkingskracht.
Een van de meest opmerkelijke aspecten van Rolien en Ralien is hoe Mendels subtiel maar krachtig lesbische gevoelens integreert in de relatie tussen de twee hoofdpersonages. Zonder expliciet labels te gebruiken, roept het boek vragen op over de grenzen tussen vriendschap, liefde en verlangen, waarmee het ruimte biedt voor het verkennen van lesbische identiteit in een tijd waarin dit onderwerp nauwelijks bespreekbaar was. Deze thematiek maakt het werk niet alleen innovatief, maar ook vooruitstrevend: het benadrukt dat seksualiteit fluïde en persoonlijk kan zijn, zonder vastomlijnde categorieën. Mendels’ benadering van lesbische identiteit is opvallend omdat ze deze niet pathologiseert of sensationaliseert, zoals in veel werken uit die tijd gebeurde.
Daarnaast biedt Rolien en Ralien een kritiek op de maatschappelijke structuren die seksuele vrijheid en de erkenning van lesbische relaties beperken. Door haar personages te confronteren met sociale oordelen en interne conflicten, illustreert Mendels hoe diepgewortelde normen en waarden vrouwen kunnen tegenhouden in het realiseren van hun eigen verlangens. Toch blijft de toon van het boek veerkrachtig en hoopvol: het is een viering van de mogelijkheid tot bevrijding, zelfs in een beperkende context. Met Rolien en Ralien legt Mendels een belangrijke basis voor een open gesprek over seksualiteit, gender en seksuele identiteit in de Nederlandse literatuur. Het boek nodigt lezers uit om na te denken over vrijheid, verlangen en de complexiteit van liefde, en het heeft daarmee niet alleen literaire waarde, maar ook maatschappelijke impact. Haar vooruitstrevende kijk op vrouwelijke seksualiteit en lesbische identiteit maakt het werk tot een tijdloze bijdrage aan het gesprek over seksuele emancipatie en gendergelijkheid.
Samen met 39 andere objecten is deze 1e druk van Rolien en Ralien opgenomen in de online galerij met 40 verhalen van 40 locaties tijdens Queer Geschiedenismaand.